Cromwell

3 januari 2016 - Cromwell, Nieuw-Zeeland

Zondag 3 januari 2016

Niets is zo veranderlijk als het weer. Gisteren heet, vandaag koud. Misschien wel net zo koud als de warme kerst in Nederland. Het waait ook flink en er dreigt telkens regen, maar uiteindelijk valt er niets. Na het slechte weer nuttig benut de hebben met schoolwerk gaan we ‘s middags een wandeling door Cromwell maken. Eerst naar het oude Cromwell, dat vroeger Atlantis heette. Cromwell lag eerst op wat nu de bodem van het Dunstan stuwmeer is. Met de komst van de Clydedam bij Clyde (oude Dunstan) is Atlantis onder water komen te staan en is Cromwell opnieuw opgebouwd op een hoger gelegen stuk. Voor dat het water kwam is op de bodem nog één keer gezocht naar goud en 100kg gevonden! Het oude Cromwell bestaat uit een paar huisjes uit Atlantis die opnieuw opgebouwd zijn op een hoger gelegen stuk land aan de oever van het stuwmeer. Een soort mini openluchtmuseum. We lopen door naar het nieuwe Cromwell. Dat is op zondag een dooie boel met een winkelstraatje en een paar restaurants. Via de plaatselijke golfbaan (bijna elke plaats in NZ heeft er één) lopen we terug naar de camping.

We gaan maar in ons piepkleine huisje borrelen en maken een soort van shoarma met pita broodjes en salade. Het valt goed in de smaak. Daarna nog een potje machi koro.

Maandag 4 januari 2016

Het weer is weer omgeslagen en een heel stuk warmer en zonovergoten. We duiken vandaag in de geschiedenis van de goudwinning, datgene waar Central Otago (de provincie) bekend van is. We gaan naar Kawarau kloof. Daar is het Goldfields Mining Centre. Een soort museum waar je ook zelf goud kunnen pannen.

De aardige gids Sandy vertelt ons hoe de goudwinning is ontstaan. Rond 1860 was er in Central Otago helemaal niets, alleen kale bergen. Geen wegen, geen voedsel niets. Vanuit Dunedin waren er goud zoekers die ontdekten dat er wel degelijk iets was: goud. Vanaf toen kwamen er vanuit de USA, Australië, Engeland, Schotland, Ierland en later uit China goudzoekers. Eerst is er gezocht naar goud in en rond de rivieren en later in de rotsen/bergen. Het vaakst werd gebruik gemaakt van een soort waterkanon dat met een enorme straal op de grond/berg spoot waardoor de grond loskwam en het goud met de waterstroom mee kwam.

Met de komst van de goudzoekers ontstonden ook de dorpjes. De namen van de dorpen hebben namen van mensen/goudwinners en niet zoals de andere plaatsen in NZ namen van plekken of maori namen. Na ongeveer 40 jaar hielt de goudwinning op en kwam de wijnbouw en fruitteelt er voor in de plaats. De grond is hiervoor wel geschikt.

Na alles gezien te hebben gaan we zelf goudpannen. Je schept een schep zand, grind en stenen in een ronde pan en gaat dan met behulp van water proberen het grind, de stenen en het zand uit de pan te krijgen en het goud (dat zwaarder is) onderin in pan over te houden. Helaas hadden wij geen goud in onze pannetjes.

Tot slot gingen we nog een korte wandeling maken langs een Chinese goudwinners dorpje.

Op de terugweg bij een fruitstalletje aan de weg (heb je hier veel) nog kersen gekocht. Een leuke middag!

Morgen verlaten we Cromwell weer en gaan we naar Christchurch.  

2 Reacties

  1. Willeke:
    4 januari 2016
    Ja, een leuke activiteit voor jong en oud ;-)
    Tijdens onze vakantie in Oostenrijk hebben wij ook goud gewassen in een ijskoude beek. Wij kregen het voorgedaan door een man die succes had en snippers goud vond!
    Het lukte ons niet. Wij zagen een hoop goud glinsteren, maar hielden geen goud over. Het is toch een lastige techniek!
  2. Jenny:
    4 januari 2016
    Lieve reizigers,

    Met rode konen lees ik jullie reisverslag en bekijk de foto's. Zoveel herkenning! Wat hebben wij in maart 2007 genoten van NZ. Op 21 maart waren wij in Cromwell. Wij gingen door naar het schiereiland Otago om daar o.a. de Koningsalbatrossenkoloniet te bekijken en Penguinplace.
    Erg leuk om jullie reis te volgen. Mijn kerstkaart kwam te laat dus bij dezen nog GELUKKIG NIEUWJAAR. Geniet verder.